Gastgedichten uit de bundel “Eb en Vloed”
Mijmering Je beleeft je leven je blik glijdt heel even Over de Singel, boten klein en groot Ze liggen roerloos in de sloot. Je gedachten gaan heel ver ze komen van her en der Twee a drie nachten En weer weg, ze kunnen niet langer wachten Se wolle wêze hwer su net binne En litte de moter mar wer rinne Ik droom, waar is hun eerste stop Eerste, tweede stad, verder op. Na drie a vier weken Is de vakantie weer verstreken Na genieten van indrukken en het weer Lekker weer thuis in de oude vertrouwde sfeer. T. H. H. te Harlingen | Mijn Land… Mijn land, mijn Friese land uitgestrekte groenheid sombere kleihompen zo grijs zo vet Grijzende boeren zorgen voor ons met geen Hollandse taal Stoere fietsers overal want de wind is meegegroeid wij zien de horizon zo vrij…zo klaar open of dicht ja of nee Frisse nuchterheid en niets tussenin Op de waddendijk loeren naar de eilanden trots en lichtelijk jaloers ruiken we het zilte wad Horen we onze meeuwen zien we onze krabben lopen laten we een visje eten. “Mijn Friese land, mijn land”. Christa Koning |
Moeke, Toen ik vanochtend wakker werd, deed het ineens niet meer zo’n pijn. Omdat ik nu toch weet, dat je nooit meer bij ons zult zijn. Ik heb het geaccepteerd, dat ik nooit meer op je hoef te wachten en niet meer naar je toe hoef te gaan. Al zou ik het nog zo graag willen, het kan niet meer, jij bent uit mijn bestaan. “Maar één ding staat vast, uit m’n hart kun je niet verdwijnen”. Daar blijf je eeuwig wonen niemand kan je verdrijven. want velen die ik liefhad en ook verloren heb, wonen daar met jou. Ja Moeke, ik zal altijd van je houden en blijf je eeuwig trouw. Want jij hoort bij m’n leven, net als de regen en de wind. En ik zal altijd blijven, jouw kind. Jannie Rooker-de Wit |
FRANS Hij wudde geboren in sien plakje Sien plakje an de Waddenzee De nonsjes leerden um rekenen Met vriendsjes voetbalde hij mee Hij verloor voor altied sien hart An sien geliefde havenstad Want elke morgen snoof hij De lucht op van ut silte Wad Soms tiedens donkere dagen Trekt Harlingen as een magneet In gedachten kuiert hij op de Zoutsloot Zoekt naar dingen die hij nog weet De Watertoren suu die ur nog weze Is ut Havensmansje ur nog wel Speult ut ouwe Raadhuustorensje Nog steeds dat mooie klokkenspel Hij moest weg uut sien plakje Voor sien werk de wereld rond Of was ie nou in Parijs of Londen Hij wuu dat ie in Harlingen stond De zon die hij zag in Hawaï Die was toch lang niet se warm As ut zonsje op de Suuderhaven Waar hij altied met liefde kwam Naar mate hij ouwer wudde Speulde de heimwee weer op Hij wuu weer terug naar sien stadsje Iedere dag zat dat in sien kop Hij kocht daar stiekum een huuske En nam vrouw en kien mee Samen bleven ze een tiedsje gelukkig In sien mooie stadsje an de zee. Maar se as iedereen wel weet Komt ur aan alles een end Dat is de enige zekerhied die we hewwe Al rake we ur nooit an wend Frans het ons verlaten Hij is nou op een ander plak Maar van boven kiekt ie neer Op Harlingen, sien geliefde havenstad Wiebe van Dijk | Ode aan de Waddenzee Op blote voeten in het natte zand Kijkend naar de golven Haren verwaaid De wind streelt je gezicht Vogels duiken in het water Op zoek naar voedsel De zee als een oase Een overvloed van vruchtbaarheid Vogels, zeehondjes genieten van de zon Op een zandplaat Omringd door het ruime sop Het zout van het water Schuurt de huid Reinigt Wast je lichaam rein Soms is de zee onstuimig Bulderen de golven En voelt het als een geseling Je wordt bang en trekt je terug Vaak is de zee kalm Geeft je rust en vrede Je mediteert Tijdens het lopen Met je blote voeten in het water Een erotische massage Voor je voeten En je hart De Waddenzee Het Wad © Martha Kooistra +note: Er is maar 1 echte mooie zee, onvoorspelbaar, zandplaten die komen en verdwijnen, dat is het WAD |